Herkomst

Ze behoren tot de familie van de Cyprinidae of karpers. Deze Aziatische soort is afkomstig van een Zuidoost-Azië, meer bepaald Singapore, Sumatra en Maleisië.
Daar leven ze in stilstaand of langzaam stromend water, op de bodem van vijvers en beken.
Het water is er redelijk zacht en licht zuur (door grote hoeveelheden humus).

Afmetingen

Deze kleine visjes worden gemiddeld zo’n 2,5cm lang.

Uiterlijk

Het zijn kleine, fijne, licht transparante visjes. Ze zijn overwegend oranjerood, met een meer donker rode rug en lichtere buik. Ze hebben een blauwzwarte vlek in het midden van iedere flank, aan de aarsvin en aan hun staartwortel.

En tenslotte vallen de fel rode en zwarte kleuraccenten aan hun staart en vinnen op.

Geslachtsonderscheid

De mannetjes zijn meestal iets kleiner en slanker dan de iets grotere en vollere vrouwtjes.

Aquarium

Het zijn sociale scholenvissen, die met een groep in een mooi beplant gezelschapsaquarium kunnen gehouden worden. Een aquarium van minimaal 25L of meer is aan te raden voor een mooi schooltje, in combinatie met andere niet-agressieve, (hele) kleine visjes. Ze zijn ook uitermate geschikt om gecombineerd te worden met dwerggarnalen in een nano aquarium.
Voor de inrichting van het aquarium kunnen planten, rotsen, hout of andere decoratie gebruikt worden. Ideaal is veel randbeplanting en voldoende vrije zwemruimte in het midden.
Drijfplanten zorgen voor schaduw zoals aan de oevers in hun natuurlijke habitat. Het zijn actieve vissen, die in groep vooral in het onderste en middelste deel van hun aquarium zwemmen.
Tip: gebruik donker grind, dit geeft minder stress aan de vissen en hun kleuren komen mooier uit.

Temperatuur

De ideale temperatuur is 22 à 25°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen.

Waterwaarden

Aan te raden is een pH van 6 à 7, een GH van 5 tot 7° DH, een KH tussen 3 en 5° Dh,
geen nitriet (NO2), geen ammoniak, geen tot bijna geen nitraat (NO3 < 1mg/l) en geen Chloor.

Verzorging

Het houden van aardbei rasbora’s eist enige ervaring, maar ze kunnen makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 10% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een aquarium met een gemiddelde filtering met een matige stroming, een beetje extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie. Ze worden best in een groep van minimaal 7 stuks gehouden, maar liever zelfs meer. Hoe groter de school, hoe beter voor de vissen en hoe mooier.

Kweken

Het kweken is niet eenvoudig. Zorg ervoor dat 3 à 4 koppels goed gevoed zijn met levend- of diepvriesvoer en plaats ze in een klein aquarium (15L) met relatief zacht en zuur water van 26 à 28°C. Richt het aquarium in met een legrooster, fijn bladige planten en Javamos. Zorg voor een zwakke belichting en gebruik een sponsfilter. De vrouwtjes zullen 50 tot 200 eitjes tussen de planten afzetten en de mannetjes zullen die bevruchten.
Ze kennen geen broedzorg en de volwassen vissen moeten na het afzetten van de eitjes worden gescheiden in een ander aquarium. De kweekbak blijft voor de eitjes licht verduisterd.
Na een incubatieperiode van 1 tot 2 dagen komen de eitjes uit, waarna de larven nog enkele dagen blijven plakken en de rest van de dooierzak verteren, na 6 dagen zwemmen ze uiteindelijk vrij rond. Nadien moeten ze eerst met (extreem) fijn levend voer en later ook met stofvoer gevoed worden.
Let op de waterwaarden, deze moeten constant blijven, de jongen zijn daar gevoelig voor. Ververs dus regelmatig kleine beetjes water.

Voeding

Het zijn alleseters, zolang de voeding maar fijn genoeg is. Ze eten droogvoer zoals vlokken, granulaat en voedertabletten en levend- en diepvriesvoer zoals watervlooien, cyclops en artemia. Plantaardige voeding mag zeker niet ontbreken, geef regelmatig voeding met spirulina en algentabletten.

Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren!