';
Herkomst |
De blauwe danio of goud danio behoort tot de familie van de Cyprinidae of karperachtigen. |
Levensverwachting |
Onder de juiste omstandigheden worden ze gemiddeld 3 tot 5 jaar oud.. |
Afmetingen |
Ze worden gemiddeld zo’n 6cm lang. |
Uiterlijk |
Ze vallen in een aquarium op door hun glanzende kleuren. Vooral als ze als scholenvis mooi in groep zwemmen. Hun basiskleur is rozig grijs, met glanzend goud, paars, groen en/of blauw. |
Geslachtsonderscheid |
Het verschil is bijzonder moeilijk te zien. De mannetjes zijn meestal iets kleiner en slanker dan de vrouwtjes en ze zijn ook feller gekleurd. De vrouwtjes hebben een iets grotere, rondere buik. |
Aquarium |
Het zijn actieve, sociale scholenvissen, die met een grote groep in een mooi beplant aquarium kunnen gehouden worden. Of in een gezelschapsaquarium samen met vele andere soorten. |
Temperatuur |
De ideale temperatuur is 24°C., je kan ze houden tussen 20 tot 26°C. Het is belangrijk om geen te grote schommelingen in temperatuur te hebben, daar kunnen ze witstip van krijgen. |
Waterwaarden |
Ze stellen geen hoge eisen qua waterwaarden. |
Verzorging |
Het houden van blauwe danio’s eist weinig ervaring en ze kunnen makkelijk gehouden worden. Ververs wekelijks 10% van het aquariumwater en voeg waterconditioner en goede, levende bacteriën toe om een goede waterkwaliteit te garanderen. Ze voelen zich het best in een aquarium met een goede filtering met stevige stroming, extra beluchting en veel verstopplekjes tussen de planten en andere decoratie. Ze worden best in een groep van minimaal 5 stuks gehouden, hoe groter de school, hoe beter voor de vissen en hoe meer ze opvallen. |
Kweken |
Het kweken is redelijk eenvoudig. Zet 1 vrouwtje met 2 mannetjes in een klein aquarium met een zwakke belichting (vooral belangrijk voor de eitjes). Richt het in met heel grof grind of knikkers, fijn-bladige planten en/of Javamos en gebruik een sponsfilter. Het water moet vrij zacht zijn en de ideale temperatuur is 25 à 27°C. Het vrouwtje zal haar eitjes tussen de planten of het Javamos afzetten en de mannetjes zullen die direct bevruchten. De eitjes plakken niet echt en vallen tussen het grind of de knikkers. Ze kennen geen broedzorg en de volwassen vissen moeten onmiddellijk na het paren van de eitjes worden gescheiden. Na een incubatieperiode van ongeveer 2 dagen komen de eitjes uit, de volgende 2 tot 3 dagen verteren de larven de rest van de dooierzak en na 4 à 5 dagen zwemmen ze vrij rond. Vanaf dan moeten ze met fijn droog-, diepvries- of levend voer gevoed worden. |
Voeding |
Het zijn echte alleseters. Ze eten droogvoer zoals vlokken, granulaat en voedertabletten en levend- en diepvriesvoer zoals watervlooien, tubifex en muggenlarven. Een zo veelzijdig mogelijk dieet zorgt voor gezonde vissen met mooie kleuren! |